Vertaling van "meest recente economische vooruitzichten vóór 2020 geen hoop bieden " (Nederlands → Duits) :

De realiteit is dat de meest recente economische vooruitzichten vóór 2020 geen hoop bieden op de sterke, duurzame en inclusieve groei die de Europese Unie zich ten doel heeft gesteld.
Die Realität ist, dass die jüngsten Wirtschaftsprognosen nicht darauf hoffen lassen, dass das starke, nachhaltige und integrative Wachstum, das sich die Europäische Union zum Ziel gesetzt hat, bis 2020 wieder zurückkehrt.

E. overwegende dat de wetenschap in economisch opzicht van vitaal belang voor Europa is en behoefte heeft aan voortdurend groeiende teams die onder meer in staat zijn het baanbrekende onderzoek te verrichten dat van essentieel belang is voor een hogere productiviteit en een sterker concurrentievermogen, en dat een voldoende aantal personen met STEM-vaardigheden een essentiële eerste voorwaarde is voor de tenuitvoerlegging van de Europese agenda voor groei en werkgelegenheid en de doelstellingen van de Europa 2020-strategie; overwegende dat de vraag naar STEM-professionals naar verwachting tot 2025 zal groeien, terwijl de meest recente statistieken erop wijzen dat de onderzoekssector vergrijst; overwegende dat de positieve kruisbestuiving tussen exacte wetenschappen en de kunsten en geesteswetenschappen (STEAM) een enorm economisch, sociaal en cultureel potentieel bevat, en dat vrouwelijke onderzoekers en innovators goed bruikbaar zijn om verbindingen van STEM naar STEAM te ontwikkelen; overwegende dat vrouwelijke onderzoekers een aanwinst zijn voor de EU, die alle beschikbare middelen nodig heeft om definitief te herstellen van de economische en financiële crisis en de veranderingen in de samenleving als geheel het hoofd te kunnen bieden; overwegende dat een grotere aanwezigheid van jongeren, met name vrouwelijke studenten en academici, op STEM-gebieden bevorderd en vereenvoudigd moet worden;
E. in der Erwägung, dass die Wissenschaft in wirtschaftlicher Hinsicht in Europa eine Schlüsselrolle spielt und in der Wissenschaft stetig wachsende Teams benötigt werden, die unter anderem die Pionierforschung vorantreiben können, welche für eine Steigerung der Produktivität und Wettbewerbsfähigkeit von grundlegender Bedeutung ist, und in der Erwägung, dass das Vorhandensein einer ausreichenden Anzahl von Personen mit MINT-Qualifikationen eine wesentliche Voraussetzung für die Umsetzung der Europäischen Agenda für Wachstum und Beschäftigung sowie der Ziele der Strategie Europa 2020 darstellt; in der Erwägung, dass die Nachfrage nach MINT-Fachkräften voraussichtlich bis 2025 ansteigen wird, während den jüngsten verfügbaren Statistiken zufolge eine Überalterung des Forschungssektors zu verzeichnen ist; in der Erwägung, dass die gegenseitige Bereicherung von MINT-Fächern und Kunst und Geisteswissenschaften (STEAM – Science, Technology, Engineering, Arts, Mathematics) enormes wirtschaftliches, gesellschaftliches und kulturelles Potenzial bietet und dass Frauen in den Bereichen Forschung und Innovation gut positioniert sind, um Verbindungen zwischen MINT (Engl. „STEM“) und STEAM zu knüpfen; in der Erwägung, dass Forscherinnen von großem Wert für die Europäische Union sind, die alle verfügbaren Ressourcen benötigt, um die Wirtschafts- und Finanzkrise endgültig zu überwinden und sich den gesellschaftlichen Änderungen insgesamt stellen zu können; in der Erwägung, dass die Entwicklung der beruflichen Laufbahn von Frauen und eine höhere Präsenz von jungen Menschen, vor allem Studentinnen und Akademikerinnen, in MINT-Bereichen gefördert und erleichtert werden müssen;

In oktober 2011 heeft de Commissie haar meest recente hervormingsvoorstellen gepresenteerd. Deze moeten een antwoord bieden op de uitdagingen van vandaag en morgen op het gebied van voedselzekerheid, klimaatverandering, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, evenwichtige regionale ontwikkeling, de gevolgen van de economische crisis, de toenemende volatiliteit van de landbouwprijzen en slimme, duurzame en inclusieve groei overeenkomstig de Europa 2020‑strategie.
Im Oktober 2011 hat die Kommission ihren jüngsten Vorschlag für weitere Reformen der GAP vorgelegt, mit denen sich die EU für die Herausforderungen von heute und morgen rüsten soll, darunter Ernährungssicherheit, Klimawandel, nachhaltige Nutzung der natürlichen Ressourcen, eine ausgewogene Regionalentwicklung, Unterstützung des Agrarsektors bei der Bewältigung der Auswirkungen der Wirtschaftskrise und der erhöhten Volatilität der Agrarpreise und ein Beitrag zu einem intelligenten, nachhaltigen und integrativen Wachstum im Sinne der Strategie Europa 2020.

16. vestigt de aandacht van de lidstaten en de Commissie erop dat er na 2020, hoewel er steeds minder mensen in de werkende leeftijd zullen zijn, een beleid van actieve insluiting voor de betrokkenen nodig zal zijn en dat er alsmaar meer om banen zal worden gestreden omdat de particuliere sector steeds minder werk zal bieden aan thans relatief laaggeschoolden; wijst erop dat zelfs in sommige zeer rijke lidstaten (bijvoorbeeld Denemarken en Luxemburg) een zorgwekkende toename van de langdurige werkloosheid waarneembaar is (haast 12 miljoen mensen in de EU staan te boek als langdurig werkloos, wat neerkomt op 5 % van de beroepsbevolking, en 59 % van hen zit al twee jaar zonder werk); verzoekt de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, praktische oplossingen te zoeken om bijzonder laaggeschoolde of ongeschoolde werknemers overbruggend werk te verschaffen en/of hen te helpen weer werk te vinden, wat een nieuwe aanpak vergt, samen met niet alleen strategieën voor de lange termijn maar ook maatregelen op korte termijn, zoals vormen van inkomensondersteuning, om de sociale uitsluiting van de meest kansarme groepen te voorkomen, en een aanpassing van bestaande instrumenten, zoals het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het ESF, om permanente langdurige werkloosheid, een herhaling van de recente vlucht van de bevolking – en met name van mensen boven de 50 jaar en jongeren – naar meer ontwikkelde regio's, en een aanhoudende toename van die uitstroom te voorkomen; verzoekt de Commissie na te gaan in hoeverre banen in de particuliere sector openstaan voor bijzonder laaggeschoolden, en aan te geven welke nieuwe banen waarvoor geen opleiding vereist is, op korte termijn tot 2020 kunnen worden geschapen;
16. weist die Mitgliedstaaten und die Kommission darauf hin, dass nach 2020 trotz immer weniger Menschen im erwerbsfähigen Alter dennoch Maßnahmen für eine aktive Inklusion dieser Menschen notwendig sein werden, und dass es einen immer stärkeren Wettbewerb um Arbeitsplätze geben wird, während der Privatsektor immer weniger Arbeitsplätze für diejenigen, die derzeit relativ gering qualifiziert sind, bereitstellen wird; weist darauf hin, dass selbst in einigen der reichsten Mitgliedstaaten (z. B. Dänemark oder Luxemburg) die Langzeitarbeitslosigkeit in besorgniserregendem Maße ansteigt (in der EU gibt es fast 12 Millionen Langzeitarbeitslose, das sind fünf Prozent der dem Arbeitsmarkt tatsächlich zur Verfügung stehenden Personen, von denen 59 % seit zwei Jahren keine Arbeit finden); fordert die Kommission auf, in Zusammenarbeit mit den Mitgliedstaaten auf konkrete Überbrückungslösungen für die Beschäftigung von besonders gering qualifizierten oder ungelernten Arbeitskräften bzw. für ihre Wiedereingliederung in die Arbeitswelt hinzuwirken, was eine neue Herangehensweise und nicht nur langfristige Strategien, sondern auch kurzfristige Maßnahmen – etwa Formen von Einkommenszuschüssen zur Vermeidung der gesellschaftlichen Ausgrenzung von besonders bedürftigen Bevölkerungsgruppen – erforderlich macht, sowie die Anpassung bereits bestehender Maßnahmen des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) und des ESF, um anhaltende Langzeitarbeitslosigkeit, die Wiederkehr der jüngsten Abwanderungen von Menschen, insbesondere im Alter über 50 Jahren und junger Leute, in entwickeltere Regionen und die dauerhafte Zunahme dieser Abwanderung zu verhindern; fordert die Kommission auf, zu prüfen, welche Arbeitsplätze im Privatsektor auch für besonders gering qualifizierte Arbeitnehmer zugänglich sind und welche neuen Arbeitsplätze, für die keine Ausbildung erforderlich ist, kurzfristig bis 2020 geschaffen werden können,