Traduction de «meest recente voorlopige en onvolledige cijfers vrouwen » (Néerlandais → Allemand) :

A. overwegende dat volgens de meest recente, voorlopige en onvolledige cijfers vrouwen in de Europese Unie gemiddeld 16,4% minder verdienen dan mannen in de EU en het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen in de lidstaten tussen 4,4% en 27,6% bedraagt, en overwegende dat – ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is en ondanks de initiatieven die genomen zijn en de middelen die ingezet zijn om de kloof te dichten – er maar traag vooruitgang geboekt wordt (het beloningsverschil in de EU bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) en in sommige lidstaten de loonkloof zelfs nog breder is geworden, terwijl de loonkloof nog hoger kan uitvallen omdat de gegevens van twee lidstaten nog ontbreken;
A. in der Erwägung, dass den jüngsten vorläufigen und unvollständigen Daten zufolge Frauen in der gesamten Europäischen Union im Durchschnitt 16,4 % weniger verdienen als Männer in der EU und das geschlechtsspezifische Lohngefälle in den Mitgliedstaaten zwischen 4,4 % und 27,6 % schwankt, und in der Erwägung, dass – trotz der seit knapp 40 Jahren bestehenden maßgeblichen Gesetzgebung, den ergriffenen Maßnahmen und den gewährten Finanzmitteln zur Verringerung dieses Gefälles – nur ein äußerst geringer Fortschritt erkennbar ist (das Missverhältnis auf EU-Ebene lag 2006 bei 17,7 %, 2007 bei 17,6 %, 2008 bei 17,4 %, 2009 bei 16,9 % und 2010 bei 16,4 %), und das Lohngefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar noch verschärft hat; wobei das geschlechtsspezifische Gefälle noch höher ausfallen könnte, da die Daten für drei Mitgliedstaaten noch ausstehen;

A. overwegende dat volgens de meest recente, voorlopige en onvolledige cijfers vrouwen in de Unie gemiddeld 16,4% minder verdienen dan mannen in de Unie en het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen in de lidstaten tussen 4,4% en 27,6% bedraagt, en overwegende dat – ondanks de uitgebreide wetgeving die al bijna 40 jaar van kracht is en ondanks de initiatieven die genomen zijn en de middelen die ingezet zijn om de kloof te dichten – er maar traag vooruitgang geboekt wordt (het beloningsverschil in de Unie bedroeg in 2006 17,7%, in 2007 17,6%, in 2008 17,4%, in 2009 16,9% en in 2010 16,4%) en in sommige lidstaten de loonkloof zelfs nog breder is geworden, terwijl de loonkloof nog hoger kan uitvallen omdat de gegevens van twee lidstaten nog ontbreken;
A. in der Erwägung, dass den jüngsten vorläufigen und unvollständigen Daten zufolge Frauen in der gesamten Union im Durchschnitt 16,4 % weniger verdienen als Männer in der Union und das geschlechtsspezifische Lohngefälle in den Mitgliedstaaten zwischen 4,4 % und 27,6 % schwankt, und in der Erwägung, dass – trotz der seit knapp 40 Jahren bestehenden maßgeblichen Gesetzgebung, den ergriffenen Maßnahmen und den gewährten Finanzmitteln zur Verringerung dieses Gefälles – nur ein äußerst geringer Fortschritt erkennbar ist (das Missverhältnis auf Unionsebene lag 2006 bei 17,7 %, 2007 bei 17,6 %, 2008 bei 17,4 %, 2009 bei 16,9 % und 2010 bei 16,4 %), und das Lohngefälle sich in einigen Mitgliedstaaten sogar noch verschärft hat; wobei das geschlechtsspezifische Gefälle noch höher ausfallen könnte, da die Daten für drei Mitgliedstaaten noch ausstehen;

Er zijn niet voor iedere kandidaat-lidstaat betrouwbare cijfers beschikbaar, maar volgens de meest recente informatie is het verschil tussen de lonen van mannen en vrouwen in veel landen groter dan het EU-gemiddelde.
Nicht für jedes Bewerberland liegen hier verlässliche Zahlen vor. Den jüngsten Informationen nach zu urteilen ist die geschlechtsspezifische Lohndiskrepanz in vielen Ländern jedoch größer als im EU-Durchschnitt.

Volgens de meest recente cijfers begint de doortastende aanpak van de Commissie vruchten af te werpen: het aandeel vrouwen in raden van bestuur groeit al drie jaar en bedraagt inmiddels 16,6%, tegenover 15,8% in oktober 2012 (zie bijlage 1 en MEMO/13/882).
In den letzten drei Jahren hat sich der Anteil der Frauen in den Vorständen der europäischen Unternehmen dank der entschiedenen Maßnahmen der Kommission in diesem Bereich fortlaufend erhöht; er beträgt heute 16,6 %, gegenüber 15,8 % im Oktober 2012 (siehe Anhang 1 und MEMO/13/882).

De meest recente voorlopige cijfers over de uitvoering van de begroting in 2001 (16 januari 2002) geven een uitvoeringspercentage te zien van 84% voor de vastleggingskredieten en 78% voor de betalingskredieten van begrotingslijn B2-9 en 99% voor de vastleggingskredieten en 89% voor de betalingskredieten van begrotingslijn B7-80.
Nach den jüngsten vorläufigen Angaben über den Haushaltsvollzug des Jahres 2001 (16. Januar 2002) wurden bei der Haushaltslinie B2-9 die Verpflichtungsermächtigungen zu 84% und die Zahlungsermächtigungen zu 78% und bei der Haushaltslinie B7-80 die Verpflichtungsermächtigungen zu 99% und die Zahlungsermächtigungen zu 89% verwendet.