Traduction de «meeste groei vertonen » (Néerlandais → Allemand) :

9. merkt echter bezorgd op dat zich onder de onderhandelende partijen (met uitzondering van Turkije) geen opkomende economieën bevinden, met name de BRICS, terwijl in deze economieën de handel en investeringen in diensten de meeste groei vertonen, en de belemmeringen – met name voor buitenlandse investeringen – er het grootst zijn; nodigt daarom China en andere opkomende economieën uit aan de onderhandelingen deel te nemen;
9. stellt jedoch mit Besorgnis fest, dass die aufstrebenden Märkte (ausgenommen die Türkei), insbesondere die BRICS-Staaten, in denen das Wachstumspotenzial für Handel mit und Investitionen in Dienstleistungen, aber auch die Hindernisse insbesondere für ausländische Investitionen am größten sind, nicht zu den Verhandlungsparteien gehören; fordert daher China und die anderen aufstrebenden Volkswirtschaften auf, an den Verhandlungen mitzuwirken;

8. merkt echter bezorgd op dat zich onder de onderhandelende partijen (met uitzondering van Turkije) geen opkomende economieën bevinden, met name de BRICS, terwijl in deze economieën de handel en investeringen in diensten de meeste groei vertonen, en de belemmeringen – met name voor buitenlandse investeringen – er het grootst zijn; nodigt daarom China en andere opkomende economieën uit aan de onderhandelingen deel te nemen;
8. stellt jedoch mit Besorgnis fest, dass die aufstrebenden Märkte (ausgenommen die Türkei), insbesondere die BRICS-Staaten, in denen das Wachstumspotenzial für Handel mit und Investitionen in Dienstleistungen, aber auch die Hindernisse insbesondere für ausländische Investitionen am größten sind, nicht zu den Verhandlungsparteien gehören; fordert daher China und die anderen aufstrebenden Volkswirtschaften auf, an den Verhandlungen mitzuwirken;

6. merkt op dat van de CSR-thema's het thema „territoriale dimensie” de meeste vooruitgang heeft geboekt (30%), dat het percentage voor ' Meer kennis en innovatie voor groei' boven het gemiddelde lag, maar dat het percentage beneden de 27,1% lag voor de overige twee richtsnoeren en dat verder de selectiepercentages voor projecten met een Lissabon-earmark zowel bij de doelstelling „Convergentie” als bij de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” boven het gemiddelde lagen, maar slechts 20,5% bedroegen bij de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”; betreurt dat de analyse van beleidsprestaties zoals die in het strategisch verslag gepresenteerd wordt ernstige beperkingen blijkt te vertonen als gevolg van het ontbreken van output- en resultaatindicatoren voor alle lidstaten; roept de Commissie daarom op de administratieve vereisten aan de financiële verslaggeving te herzien en dringt bij de lidstaten aan op meer discipline voor wat betreft de levering van gegevens ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de programma's;
6. stellt fest, dass die Fortschrittsquote unter den Themen der strategischen Leitlinien der Gemeinschaft beim Thema „Territorialer Aspekt“ am höchsten ist (30 %), bei „Förderung von Wissen und Innovation für Wachstum“ über dem Durchschnitt liegt, aber unter 27,1 % im Fall der anderen beiden Leitlinien bleibt, und dass darüber hinaus die Auswahlquoten für Projekte mit Lissabon-Zweckbindung bei den Zielen „Konvergenz“ und „Regionale Wettbewerbsfähigkeit und Beschäftigung“ überdurchschnittlich sind, aber nur bei 20,5 % beim Ziel „Europäische Territoriale Zusammenarbeit“ liegen; bedauert, dass sich gezeigt hat, dass die Analyse der politischen Leistung, wie sie in dem Strategiebericht enthalten ist, so lange starken Beschränkungen unterliegt, wie es keine Indikatoren für Output und Ergebnisse für alle Mitgliedstaaten gibt; fordert die Kommission deshalb auf, ihre administrativen Auflagen für die Berichterstattung zu überprüfen; fordert die Mitgliedstaaten auf, bei der Bereitstellung von Daten zur Umsetzung der Programme disziplinierter vorzugehen;

6. merkt op dat van de CSR-thema's het thema "territoriale dimensie" de meeste vooruitgang heeft geboekt (30%), dat het percentage voor " Meer kennis en innovatie voor groei" boven het gemiddelde lag, maar dat het percentage beneden de 27,1% lag voor de overige twee richtsnoeren en dat verder de selectiepercentages voor projecten met een Lissabon-earmark zowel bij de doelstelling "Convergentie" als bij de doelstelling "Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" boven het gemiddelde lagen, maar slechts 20,5% bedroegen bij de doelstelling "Europese territoriale samenwerking"; betreurt dat de analyse van beleidsprestaties zoals die in het strategisch verslag gepresenteerd wordt ernstige beperkingen blijkt te vertonen als gevolg van het ontbreken van output- en resultaatindicatoren voor alle lidstaten; roept de Commissie daarom op de administratieve vereisten aan de financiële verslaggeving te herzien en dringt bij de lidstaten aan op meer discipline voor wat betreft de levering van gegevens ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de programma’s;
6. stellt fest, dass die Fortschrittsquote unter den Themen der strategischen Leitlinien der Gemeinschaft beim Thema „Territorialer Aspekt“ am höchsten ist (30 %), bei „Förderung von Wissen und Innovation für Wachstum“ über dem Durchschnitt liegt, aber unter 27,1 % im Fall der anderen beiden Leitlinien bleibt, und dass darüber hinaus die Auswahlquoten für Projekte mit Lissabon-Zweckbindung bei den Zielen „Konvergenz“ und „Regionale Wettbewerbsfähigkeit und Beschäftigung“ überdurchschnittlich sind, aber nur bei 20,5 % beim Ziel „Europäische Territoriale Zusammenarbeit“ liegen; bedauert, dass sich gezeigt hat, dass die Analyse der politischen Leistung, wie sie in dem Strategiebericht enthalten ist, so lange starken Beschränkungen unterliegt, wie es keine Indikatoren für Output und Ergebnisse für alle Mitgliedstaaten gibt; fordert die Kommission deshalb auf, ihre administrativen Auflagen für die Berichterstattung zu überprüfen; fordert die Mitgliedstaaten auf, bei der Bereitstellung von Daten zur Umsetzung der Programme disziplinierter vorzugehen;

De volgende punten komen uitgebreid aan de orde: . de verkorting van de arbeidstijd als middel om de werkgelegenheid te vergroten en de maatregelen die in de Lid-Staten zijn ingevoerd: tussen 1990 en 1994 is de gemiddelde arbeidstijd per week in de meeste landen slechts heel weinig korter geworden en minder dan in de eerdere periode van herstel; . de significante toename van de deeltijdarbeid, die verantwoordelijk was voor het grootste deel van de groei van de werkgelegenheid tussen 1990 en 1994 (grafiek 4); . de veranderingen in tijdelijke arbeid en arbeid als zelfstandige, die beide sinds 1990 enige neiging tot groei vertonen; . de stijging van de lonen en de produktiviteit.
Folgende Punkte werden eingehender erörtert: . Verkürzung der Arbeitszeit als Mittel zur Steigerung der Beschäftigung, und entsprechende Maßnahmen in den Mitgliedstaaten; 1990 bis 1994 ging die durchschnittliche Wochenarbeitszeit in den meisten Ländern nur wenig zurück, geringer als in der vorangegangen Wachstumsphase; . der deutlich zunehmende Anteil der Teilzeitarbeit, auf die der Großteil des Beschäftigungswachstums zwischen 1990 und 1994 entfiel (Schaubild 4); . die Entwicklung von Zeitarbeit und selbständiger Beschäftigung, beide mit leichtem Aufwärtstrend seit 1990; .

Ook al vertonen de handelsbetrekkingen tussen de twee regio's een zekere asymmetrie, toch moet hier worden gewezen op de vitaliteit van de Latijns-Amerikaanse markt : LA is tegenwoordig voor de Europese export de markt waar de meeste groei in zit (+ 44% over de drie afgelopen jaren).
Und auch wenn die Handelsbeziehungen zwischen den beiden Regionen in gewisser Weise asymmetrisch sind, muß die Dynamik des lateinamerikanischen Marktes gesteigert werden: Lateinamerika ist zur Zeit für Europa der dynamischste Ausfuhrmarkt der Welt (44 % Zuwachs in den letzten drei Jahren).