- Artikel 330, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt niet de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de erkenner alleen gerechtigd is de erkenning te betwisten indien hij bewijst dat aan zijn toestemming een gebrek kleefde.
- Artikel 330 § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches verstößt nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern er bestimmt, dass der Anerkennende nur berechtigt ist, die Anerkennung anzufechten, wenn er beweist, dass seine Zustimmung fehlerhaft gewesen ist.