In het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens erkennen de lidstaten van de Europese Unie dat de vrijheid van meningsuiting kan worden onderworpen "aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn", onder andere voor "de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen".
In der Konvention zum Schutz der Menschenrechte bekennen sich die EU-Mitgliedstaaten zu dem Grundsatz, dass die Meinungsfreiheit „Formvorschriften, Bedingungen, Einschränkungen oder Strafdrohungen unterworfen werden [kann], die gesetzlich vorgesehen und in einer demokratischen Gesellschaft notwendig sind“, insbesondere „zum Schutz des guten Rufes oder der Rechte anderer“.