De verzoekers in de zaak nr. 2379 (tweede middel) voeren aan dat de artikelen 2 en 3 van de wet van 13 juli 2001 houdende div
erse institutionele hervormingen betreffende de lokale instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een schending inhouden van de artikelen 10, 11, 38 en 39 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen, en met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europ
...[+++]ees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat zij gebruik maken van begrippen en instellingen van het huidige federale gemeenterecht, waardoor het voor de Brusselse gewestwetgever nog moeilijker wordt om zijn nieuwe bevoegdheden inzake organieke wetgeving van de gemeenten volledig autonoom uit te oefenen zoals de twee andere gewesten.Die Kläger in der Rechtssache Nr. 2379 (zweiter Klagegrund) führen an, die Artikel 2 und 3 des Gesetzes vom 13. Juli 2001 zur Festlegung verschieden
er institutioneller Reformen in bezug auf die lokalen Institutionen der Region Brüssel-Hauptstadt verstiessen gegen die Artikel 10, 11, 38 und 39 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 § 1 VIII des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen in seiner durch Artikel 4 des Sondergesetzes vom 13. Juli 2001 zur Ubertragung verschiedener Befugnisse an die Regionen und Gemeinschaften abgeänderten Fassung, sowie mit Artikel 3 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Mensch
...[+++]enrechtskonvention, da sie auf Begriffe und Institutionen des derzeitigen föderalen Gemeinderechts zurückgriffen, was es dem Brüsseler Regionalgesetzgeber noch schwieriger mache, seine neuen Zuständigkeiten in bezug auf die organisierende Gesetzgebung der Gemeinden so wie die beiden anderen Regionen vollständig autonom auszuüben.