Vertaling van "mening dat expliciete streefdoelen moeten " (Nederlands → Duits) :

31. neemt kennis van het hoofddoel van 3% van het bbp voor onderzoek en ontwikkeling; wijst erop dat belangrijke OO-projecten, sleutelinvesteringen in energie-infrastructuur, de nieuwe EU-bevoegdheid inzake ruimtebeleid, en de financiering van het innovatiebeleid van de EU stevige, geloofwaardige en duurzame financiële steun van de EU vergen om de hoofddoelen van de Unie voor 2020 te kunnen verwezenlijken; is in dit verband van mening dat expliciete streefdoelen moeten worden bepaald voor financieringsinstrumenten die geschikt zijn voor kmo's, alsmede de bevordering van open normen om digitale interoperabiliteit en toegankelijkheid te garanderen; dringt erop aan dat EU-doelen voor innovatie op milieugebied duidelijk worden opgenomen;
31. nimmt das Kernziel von 3 % des BIP für Forschung und Entwicklung zur Kenntnis; unterstreicht, dass für große Forschungs- und Entwicklungsprojekte, umfangreiche Investitionen in die Energieinfrastruktur, die neue EU-Zuständigkeit für Raumfahrtpolitik und die Finanzierung der EU-Innovationspolitik eine stabile, glaubwürdige und nachhaltige finanzielle Unterstützung durch die EU erforderlich ist, um die wesentlichen Zielvorgaben der Union für 2020 erreichen zu können; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass explizite Ziele für KMU-freundliche Finanzierungsinstrumente sowie zur Förderung von offenen Standards festgelegt werden sollten, um die digitale Interoperabilität und Zugänglichkeit zu gewährleisten; fordert die klare Einbeziehung der EU-Ziele für Öko-Innovation in diesen Bereich;

31. neemt kennis van het kerndoel van 3% van het BBP voor onderzoek en ontwikkeling; wijst erop dat belangrijke OO-projecten, sleutelinvesteringen in energie-infrastructuur, de nieuwe EU-bevoegdheid inzake ruimtebeleid, en de financiering van het innovatiebeleid van de EU stevige, geloofwaardige en duurzame financiële steun van de EU vergen om de hoofddoelen van de Unie voor 2020 te kunnen verwezenlijken; is in verband hiermee van mening dat expliciete streefdoelen moeten worden bepaald voor financieringsinstrumenten die geschikt zijn voor KMO's, alsmede de bevordering van open normen om digitale interoperabiliteit en toegankelijkheid te garanderen; dringt erop aan dat EU-doelen voor innovatie op milieugebied duidelijk worden opgenomen;
31. nimmt das Kernziel von 3 % des BIP für Forschung und Entwicklung zur Kenntnis; unterstreicht, dass für große Forschungs- und Entwicklungsprojekte, umfangreiche Investitionen in die Energieinfrastruktur, die neue EU-Zuständigkeit für Raumfahrtpolitik und die Finanzierung der EU-Innovationspolitik eine stabile, glaubwürdige und nachhaltige finanzielle Unterstützung durch die EU erforderlich ist, um die wesentlichen Zielvorgaben der Union für 2020 erreichen zu können; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass explizite Ziele für KMU-freundliche Finanzierungsinstrumente sowie zur Förderung von offenen Standards festgelegt werden sollten, um die digitale Interoperabilität und Zugänglichkeit zu gewährleisten; fordert die klare Einbeziehung der EU-Ziele für Öko-Innovation in diesen Bereich;

16. vraagt de goedkeuring van een doelstelling van 4% van het BBP voor onderzoek ontwikkeling en innovatie; is in verband hiermee van mening dat expliciete streefdoelen moeten worden bepaald voor financieringsinstrumenten die geschikt zijn voor KMO's, alsmede de bevordering van open normen om digitale interoperabiliteit en toegankelijkheid te garanderen;
16. fordert, dass das Ziel gesetzt wird, dass die Ausgaben für Forschung und Entwicklung und Innovation 4 % des BIP betragen sollen; ist in diesem Zusammenhang der Ansicht, dass explizite Ziele für KMU-freundliche Finanzierungsinstrumente sowie zur Förderung von offenen Standards festgelegt werden sollten, um die digitale Interoperabilität und Zugänglichkeit zu gewährleisten;

65. verzoekt de EIB haar standpunt te verduidelijken over de zogenaamde EU-projectobligaties of andere innoverende financiële instrumenten die gebaseerd zijn op medefinanciering uit de begrotingen van de EU en de EIB; is van mening dat de Commissie EU-projectobligaties moet introduceren die zo snel mogelijk operationeel moeten worden, bij voorkeur vóór de begrotingsperiode 2014-2020; verzoekt de EIB een actieve rol te vervullen bij de verwezenlijking van dit soort initiatieven; is van mening dat de implementatie van het voorstel van de Commissie betreffende EU 2020-projectobligaties een voorname vector kan zijn voor de ontwikkeling van duurzame industrieën en infrastructuur, zowel in de lidstaten, als op EU-niveau; benadrukt dat procedures die met dat doel voor ogen zijn vastgelegd expliciet opgesteld moeten worden in een projectaanvaardbaarheidskader, gedefinieerd volgens de gewone wetgevingsprocedure; is van mening dat voor alle innoverende financiële instrumenten vereisten betreffende milieu-, sociale en burgerrechten, alsook transparantienormen gerespecteerd moeten worden;
65. fordert von der EIB eine Präzisierung ihrer Haltung zu den sogenannten EU-Projektanleihen oder anderen innovativen Finanzinstrumenten, die auf einer Kofinanzierung durch die Haushaltspläne der EU und der EIB basieren; ist der Ansicht, dass die Kommission so schnell wie möglich den Weg für EU-Projektanleihen ebnen sollte, vorzugsweise vor dem Finanzplan 2014–2020; fordert die EIB auf, sich bei der Umsetzung solcher Initiativen aktiv einzubringen; ist der Ansicht, dass die Umsetzung des Kommissionsvorschlags zu den EU-2020-Projektanleihen zur Entwicklung nachhaltiger Industrien und Infrastrukturen sowohl in den Mitgliedstaaten als auch auf der Ebene der EU beitragen könnte; hält es für wichtig, dass mit diesem Ziel eingerichtete Verfahren ausdrücklich in einem nach dem ordentlichen Gesetzgebungsverfahren zu definierenden Rahmenwerk zur Förderfähigkeit von Projekten festgelegt werden sollten; vertritt die Auffassung, dass bei allen innovativen Finanzierungsinstrumenten die entsprechenden Anforderungen an die Umwelt-, Sozial-, Bürgerrechts- und Transparenzstandards eingehalten werden sollten;

66. verzoekt de EIB haar standpunt te verduidelijken over de zogenaamde EU-projectobligaties of andere innoverende financiële instrumenten die gebaseerd zijn op medefinanciering uit de begrotingen van de EU en de EIB; is van mening dat de Commissie EU-projectobligaties moet introduceren die zo snel mogelijk operationeel moeten worden, bij voorkeur vóór de begrotingsperiode 2014-2020; verzoekt de EIB een actieve rol te vervullen bij de verwezenlijking van dit soort initiatieven; is van mening dat de implementatie van het voorstel van de Commissie betreffende EU 2020-projectobligaties een voorname vector kan zijn voor de ontwikkeling van duurzame industrieën en infrastructuur, zowel in de lidstaten, als op EU-niveau; benadrukt dat procedures die met dat doel voor ogen zijn vastgelegd expliciet opgesteld moeten worden in een projectaanvaardbaarheidskader, gedefinieerd volgens de gewone wetgevingsprocedure; is van mening dat voor alle innoverende financiële instrumenten vereisten betreffende milieu-, sociale en burgerrechten, alsook transparantienormen gerespecteerd moeten worden;
66. fordert von der EIB eine Präzisierung ihrer Haltung zu den sogenannten EU-Projektanleihen oder anderen innovativen Finanzinstrumenten, die auf einer Kofinanzierung durch die Haushaltspläne der EU und der EIB basieren; ist der Ansicht, dass die Kommission so schnell wie möglich den Weg für EU-Projektanleihen ebnen sollte, vorzugsweise vor dem Finanzplan 2014–2020; fordert die EIB auf, sich bei der Umsetzung solcher Initiativen aktiv einzubringen; ist der Ansicht, dass die Umsetzung des Kommissionsvorschlags zu den EU-2020-Projektanleihen zur Entwicklung nachhaltiger Industrien und Infrastrukturen sowohl in den Mitgliedstaaten als auch auf der Ebene der EU beitragen könnte; hält es für wichtig, dass mit diesem Ziel eingerichtete Verfahren ausdrücklich in einem nach dem ordentlichen Gesetzgebungsverfahren zu definierenden Rahmenwerk zur Förderfähigkeit von Projekten festgelegt werden sollten; vertritt die Auffassung, dass bei allen innovativen Finanzierungsinstrumenten die entsprechenden Anforderungen an die Umwelt-, Sozial-, Bürgerrechts- und Transparenzstandards eingehalten werden sollten;

De eerste beklaagde voor de verwijzende rechter is van mening dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft aangezien het antwoord klaarblijkelijk voor de verwijzende rechter niet nuttig zou zijn : bij ontstentenis van een expliciete strafbaarstelling, zou enkel een vrijspraak kunnen volgen; bovendien, zelfs indien de gestelde prejudiciële vraag bevestigend zou moeten worden beantwoord, zou dat, krachtens artikel 14 van de Grondwet, artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 2 van het Strafwetboek, niet kunnen leiden tot een bestraffing van een handeling die niet strafbaar was op het ogenblik dat die werd gesteld.
Der erste Angeklagte vor dem vorlegenden Richter ist der Meinung, dass die Vorabentscheidungsfrage keiner Antwort bedürfe, da die Antwort für den vorlegenden Richter offensichtlich nicht zweckmäßig wäre; in Ermangelung einer expliziten Unterstrafestellung könnte nur ein Freispruch erfolgen; außerdem könnte auch dann, wenn die gestellte Vorabentscheidungsfrage bejahend zu beantworten wäre, dies kraft Artikel 14 der Verfassung, Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 2 des Strafgesetzbuches nicht zur Bestrafung einer zum Zeitpunkt ihrer Vornahme nicht strafbaren Handlung führen.

Is van mening dat mitigatie en adaptatie tot expliciete doelstellingen moeten worden verheven van alle EU-beleidsterreinen, waaronder landbouw, plattelandsontwikkeling, bestrijding van ontbossing, vervoer, biodiversiteit, water- en afvalbeheer en programma's ter financiering van onder meer cohesie, industrie, landbouw en ontwikkelingssamenwerking;
vertritt die Auffassung, dass die Eindämmung des Klimawandels und die Anpassung an seine Auswirkungen als ausdrückliches Ziel durchgängig in alle bestehenden politischen Strategien der EU aufgenommen werden sollten, so in den Bereichen Landwirtschaft und ländliche Entwicklung, einschließlich der Vermeidung der Entwaldung, Verkehr, Biodiversität, Wasserwirtschaft und Abfallbewirtschaftung sowie bei den Förderprogrammen, z.B. auf dem Gebiet der Kohäsions-, Industrie- und Agrarpolitik sowie der Entwicklungszusammenarbeit der EU;

31. is van mening dat multilaterale banken en openbare financiële instellingen een fonds voor energieefficiëntie moeten oprichten dat geld aan energie-efficiëntieprojecten toekent; neemt het standpunt in dat streefdoelen inzake energie-efficiëntie ook in andere beleidsmaatregelen op bedrijfstakniveau moeten worden opgenomen, vooral in het fiscaal, vervoers- en cohesiebeleid; vindt dat innovatieve financieringsplannen en contractuele hulpmiddelen (zoals microkredieten en joint ventures tussen particuliere ondernemingen en gemeenten) moeten worden voorgesteld met het oog op de actieve betrokkenheid van lokale partners en besluitvormers;
31. ist der Ansicht, dass multilaterale Banken und öffentliche Finanzinstitutionen einen Energieeffizienzfonds einrichten sollten, aus dem Mittel für Projekte im Bereich der Energieeffizienz bereitgestellt werden; vertritt die Auffassung, dass auf Energieeffizienz bezogene Ziele auch in andere sektorale Politikfelder, gerade die Steuerpolitik, die Verkehrspolitik und die Kohäsionspolitik für den Zusammenhalt, integriert werden müssten; ist davon überzeugt, dass innovative Finanzierungsregelungen und vertragliche Instrumente wie beispielsweise Kleinstkredite und Joint Ventures zwischen privaten Firmen und Gebietskörperschaften vorgeschlagen werden müssen, um lokale Partner und Entscheidungsträger aktiv zu beteiligen;

De Commissie is voorts van mening dat het van belang is het statuut van zeelieden in de context van globalisering te normaliseren om de schadelijke gevolgen - dat wil zeggen sociale dumping waarbij zeelieden en reders die zich wel aan de vigerende regels houden worden benadeeld - te beperken en vindt dat fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden moeten worden gedefinieerd die overeenstemmen met de mededeling inzake de sociale dimensie van de globalisering[2] waarin expliciet wordt verwezen naar het verdrag inzake maritieme arbeid.
Außerdem ist die Kommission der Ansicht, dass der Status der Seeleute angesichts der Globalisierung vereinheitlicht werden muss, um ihre nachteiligen Auswirkungen einzudämmen, nämlich das Sozialdumping, das die Seeleute und Reeder, die die geltenden Bestimmungen einhalten, benachteiligt, und dass menschenwürdige Arbeitsbedingungen im Einklang mit der Mitteilung über die soziale Dimension der Globalisierung[2], in der explizit auf das Seearbeitsübereinkommen Bezug genommen wird, festgelegt werden müssen. Außerdem würde die Unterstützung der Ratifizierung und des Inkrafttretens einen wichtigen Beitrag des Kommission darstellen um eine menschenwürdige Arbeit in der Welt zu fördern, wie in ihre jüngste Mitteilung dargelegt[3].