Vertaling van "mening dat zinvolle sdt-bepalingen " (Nederlands → Duits) :

2. benadrukt dat er in de onderhandelingen ten volle rekening moet worden gehouden met de speciale behoeften en belangen van de minst ontwikkelde landen (MOL's) en ontwikkelingslanden met lage inkomsten; acht een duidelijke definitie van ontwikkelingslanden met lage inkomsten en opkomende economieën noodzakelijk; onderstreept nogmaals dat het beginsel van speciale en gedifferentieerde behandeling (SDT) een integraal onderdeel vormt van de onderhandelingen en dat het de uiteenlopende ontwikkelingsniveaus van WTO-leden als bedoeld in paragraaf 44 van de ministeriële verklaring van Doha weerspiegelt; is van mening dat zinvolle SDT-bepalingen nauwkeuriger moeten worden geformuleerd, periodiek moeten worden herzien en gericht moeten zijn op de behoeften van de meest behoeftige ontwikkelingslanden en MOL's; prijst het voorbeeld dat de overeenkomst inzake handelsfacilitatie (TFA) biedt wat betreft de operationalisering van het SDT-beginsel voor uitvoeringsfasen, wat nuttig kan zijn om de SDT-bepalingen te herzien en te richten op de behoeften;
2. betont, dass die besonderen Bedürfnisse und Interessen der Entwicklungsländer mit niedrigem Einkommen und der am wenigsten entwickelten Länder bei den Verhandlungen in vollem Umfang berücksichtigt werden müssen; hält eine genaue Begriffsbestimmung der Entwicklungsländer mit niedrigem Einkommen und der aufstrebenden Volkswirtschaften für notwendig; weist erneut darauf hin, dass der Grundsatz der differenzierten Sonderbehandlung wesentlicher Bestandteil der Verhandlungen sein muss, sodass der unterschiedliche Stand der wirtschaftlichen Entwicklung der WTO-Mitglieder gemäß Ziffer 44 der Doha-Ministererklärung berücksichtigt wird; ist der Auffassung, dass aussagekräftige Bestimmungen zur differenzierten Sonderbehandlung präziser abgefasst werden, regelmäßig überprüft werden und zielgerichtet sein müssen, um den Bedürfnissen der Entwicklungsländer und der am wenigsten entwickelten Länder, die am meisten auf Unterstützung angewiesen sind, Rechnung zu tragen; lobt das Übereinkommen über Handelserleichterungen als Vorbild für die Operationalisierung des Grundsatzes der differenzierten Sonderbehandlung bei den Phasen der Umsetzung, und ist der Ansicht, dass es ein nützliches Vorbild für die Überarbeitung und Ausrichtung der Bestimmungen zur differenzierten Sonderbehandlung sein könnte;

2. benadrukt dat er in de onderhandelingen ten volle rekening moet worden gehouden met de speciale behoeften en belangen van de minst ontwikkelde landen (MOL's) en ontwikkelingslanden met lage inkomsten; acht een duidelijke definitie van ontwikkelingslanden met lage inkomsten en opkomende economieën noodzakelijk; onderstreept nogmaals dat het beginsel van speciale en gedifferentieerde behandeling (S&DT) een integraal onderdeel vormt van de onderhandelingen en dat het de uiteenlopende ontwikkelingsniveaus van WTO-leden als bedoeld in paragraaf 44 van de ministeriële verklaring van Doha weerspiegelt; is van mening dat zinvolle S&DT-bepalingen nauwkeuriger moeten worden geformuleerd, periodiek moeten worden herzien en gericht moeten zijn op de behoeften van de meest behoeftige ontwikkelingslanden en MOL's; prijst het voorbeeld dat de overeenkomst inzake handelsfacilitatie (TFA) biedt wat betreft de operationalisering van het S&DT-beginsel voor uitvoeringsfasen, wat nuttig kan zijn om de S&DT-bepalingen te herzien en te richten op de behoeften;
2. betont, dass die besonderen Bedürfnisse und Interessen der Entwicklungsländer mit niedrigem Einkommen und der am wenigsten entwickelten Länder bei den Verhandlungen in vollem Umfang berücksichtigt werden müssen; hält eine genaue Begriffsbestimmung der Entwicklungsländer mit niedrigem Einkommen und der aufstrebenden Volkswirtschaften für notwendig; weist erneut darauf hin, dass der Grundsatz der differenzierten Sonderbehandlung wesentlicher Bestandteil der Verhandlungen sein muss, sodass der unterschiedliche Stand der wirtschaftlichen Entwicklung der WTO-Mitglieder gemäß Ziffer 44 der Doha-Ministererklärung berücksichtigt wird; ist der Auffassung, dass aussagekräftige Bestimmungen zur differenzierten Sonderbehandlung präziser abgefasst werden, regelmäßig überprüft werden und zielgerichtet sein müssen, um den Bedürfnissen der Entwicklungsländer und der am wenigsten entwickelten Länder, die am meisten auf Unterstützung angewiesen sind, Rechnung zu tragen; lobt das Übereinkommen über Handelserleichterungen als Vorbild für die Operationalisierung des Grundsatzes der differenzierten Sonderbehandlung bei den Phasen der Umsetzung, und ist der Ansicht, dass es ein nützliches Vorbild für die Überarbeitung und Ausrichtung der Bestimmungen zur differenzierten Sonderbehandlung sein könnte;

In dit verband, en omdat er een minimumopleidingsniveau in de Unie tot stand moet worden gebracht, is het Europees Parlement van mening dat het zinvol is om de werkingssfeer van het STCW-F-verdrag uit te breiden, of, ten minste op het niveau van de Unie regelgevende bepalingen aan te nemen voor vaartuigen met een lengte van minder dan 24 meter, en verzoekt het de Commissie in die zin een voorstel in te dienen.
Angesichts dieser Sachlage und des Umstands, dass ein Mindestausbildungsniveau in der Union geschaffen werden muss, hält es das Europäische Parlament für angebracht, den Geltungsbereich des Übereinkommens zu erweitern oder zumindest Rechtsvorschriften auf Unionsebene zu verabschieden, die für EU-Fahrzeuge unter 24 m Länge gelten; die Kommission sollte aufgefordert werden, entsprechende Legislativvorschläge vorzulegen.

meent dat interregionale overeenkomsten een zinvolle aanvulling kunnen vormen op het multilaterale stelsel, op voorwaarde dat zij breed opgezet en ambitieus zijn, zich niet tot tariefverlagingen beperken en betrekking hebben op kwalitatieve voorwaarden in verband met handel, met inbegrip van doeltreffende bepalingen inzake mensenrechten en sociale en ecologische normen; is van mening dat, mocht een interregionale overeenkomst in de praktijk niet werkbaar blijken te zijn, het voor bilaterale onderhandelingen van essentieel belang is dat er een gemeenschappelijk kader bestaat waarbij alleen het toepassingsgebied van de overeenkomst en de overgangsperioden variëren;
ist der Ansicht, dass interregionale Abkommen das multilaterale System sinnvoll ergänzen können, sofern sie umfassend und anspruchsvoll sind, weit über Zollsenkungen hinausgehen und die qualitativen Bedingungen im Zusammenhang mit dem Handel, einschließlich wirksamer Bestimmungen zu den Menschenrechten sowie soziale und ökologische Standards betreffen; ist der Auffassung, dass es im Fall der Undurchführbarkeit eines interregionalen Abkommens sehr wichtig wäre, bei den Verhandlungen mit einzelnen Staaten über einen gemeinsamen Rahmen zu verfügen, wobei nur der Geltungsbereich des Abkommens und die Übergangsfristen Unterschiede aufweisen;

29. verwerpt de gemeenschappelijke intentieverklaring, die een gedragscode voor de uitwisseling van informatie tussen OLAF en de Commissie bevat, daar deze in strijd is met de vigerende verordening en derhalve met de bevoegdheden van OLAF; is van mening dat de bepalingen inzake de toezending van informatie wellicht in verband met een gewijzigde verordening herzien moet worden; dringt erop aan dat de kennisgeving aan OLAF overeenkomstig artikel 2 van het standaardbesluit in het statuut wordt opgenomen; dringt erop aan dat het hoofd van OLAF de inhoud van die informatie bepaalt en daarbij als criteria hanteert de bescherming van de rechten van de betrokken personen, de behoefte aan uitvoering van een effectief en efficiënt onderzoek en de noodzaak om de EU-instellingen in de toekomst te beschermen tegen eventuele financiële verliezen; verzoekt de Commissie en OLAF na te gaan of het wellicht zinvol is om de post van vertrouwensadvocaat te creëren; is van mening dat de EU-instellingen onafhankelijk bepalingen moeten vaststellen inzake de wijze waarop zij met informatie van OLAF omgaan;
29. lehnt den Entwurf einer Vereinbarung über Verhaltensmaßnahmen zur Gewährleistung eines Informationsaustauschs zwischen Kommission und OLAF ab, da er gegen die geltende Verordnung und damit gegen den Auftrag von OLAF verstößt; vertritt die Auffassung, dass die Bestimmungen über die Weiterleitung von Informationen gegebenenfalls im Zusammenhang mit einer überarbeiteten Verordnung überprüft werden sollten; besteht darauf, dass die Unterrichtung von OLAF gemäß Artikel 2 des Standardbeschlusses im Statut festgeschrieben wird; fordert nachdrücklich, dass der Direktor von OLAF über den Inhalt der Informationen entscheiden sollte, und zwar unter Berücksichtigung der Kriterien des Schutzes der Rechte der betroffenen Person, der Notwendigkeit der Durchführung einer effektiven und effizienten Untersuchung und der Notwendigkeit eines Schutzes der EU-Institutionen vor künftigen finanziellen Verlusten; fordert die Kommission und OLAF auf zu prüfen, ob es sinnvoll sein könnte, die Position eines Vertrauensanwalts zu schaffen; vertritt die Auffassung, dass jede EU-Institution Regeln dafür festlegen sollte, wie sie mit Informationen, die sie von OLAF erhält, verfährt, wobei sie auf die Einhaltung dieser Kriterien achten sollte;

28. verwerpt de gemeenschappelijke intentieverklaring, die een gedragscode voor de uitwisseling van informatie tussen OLAF en de Commissie bevat, daar deze in strijd is met de vigerende verordening en derhalve met de bevoegdheden van OLAF; is van mening dat de bepalingen inzake de toezending van informatie wellicht in verband met een gewijzigde verordening herzien moet worden; dringt erop aan dat de kennisgeving aan OLAF overeenkomstig artikel 2 van het standaardbesluit in het statuut wordt opgenomen; dringt erop aan dat het hoofd van OLAF de inhoud van die informatie bepaalt en daarbij als criteria hanteert de bescherming van de rechten van de betrokken personen, de behoefte aan uitvoering van een effectief en efficiënt onderzoek en de noodzaak om de EU-instellingen in de toekomst te beschermen tegen eventuele financiële verliezen; verzoekt de Commissie en OLAF na te gaan of het wellicht zinvol is om de post van vertrouwensadvocaat te creëren; is van mening dat de EU-instellingen onafhankelijk bepalingen moeten vaststellen inzake de wijze waarop zij met informatie van OLAF omgaan;
28. lehnt den Entwurf einer Vereinbarung über Verhaltensmaßnahmen zur Gewährleistung eines Informationsaustauschs zwischen Kommission und OLAF ab, da er gegen die geltende Verordnung und damit gegen den Auftrag von OLAF verstößt; vertritt die Auffassung, dass die Bestimmungen über die Weiterleitung von Informationen gegebenenfalls im Zusammenhang mit einer überarbeiteten Verordnung überprüft werden sollten; besteht darauf, dass die Unterrichtung von OLAF gemäß Artikel 2 des Standardbeschlusses im Statut festgeschrieben wird; fordert nachdrücklich, dass der Direktor von OLAF über den Inhalt der Informationen entscheiden sollte, und zwar unter Berücksichtigung der Kriterien des Schutzes der Rechte der betroffenen Person, der Notwendigkeit der Durchführung einer effektiven und effizienten Untersuchung und der Notwendigkeit eines Schutzes der EU-Institutionen vor künftigen finanziellen Verlusten; fordert die Kommission und OLAF auf zu prüfen, ob es sinnvoll sein könnte, die Position eines Vertrauensanwalts zu schaffen; vertritt die Auffassung, dass jede EU-Institution Regeln dafür festlegen sollte, wie sie mit Informationen, die sie von OLAF erhält, verfährt, wobei sie auf die Einhaltung dieser Kriterien achten sollte;