Hij is de mening toegedaan dat de tussenkomst van de n.v. Bastenie niet ontvankelijk is, aangezien de tussenkomende partij niet het bewijs levert dat zij aandeelhouder is in een vennootschap die activiteiten van klasse B uitoefent of dat zij een contract met een niet geïdentificeerde derde zou hebben en dat haar bevoegde organen de beslissing om in deze zaak tussen te komen hebben genomen.
Er ist der Auffassung, dass die Intervention der Bastenie AG unzulässig sei, weil die intervenierende Partei nicht nachweise, dass sie Teilhaberin einer Gesellschaft sei, die Tätigkeiten der Klasse B ausübe, oder dass sie eine vertragliche Beziehung zu einer nicht identifizierten dritten Partei unterhalte und dass ihre zuständigen Organe beschlossen hätten, in diesem Rechtsstreit zu intervenieren.