c) mogelijke natuurlijke, door menselijk toedoen ontstane of andere routes voor de overdracht van het plaagorganisme op de betrokken gastheerplant en de efficiëntie van de route, waaronder de mechanismen en het tempo van verspreiding;
(c) mögliche natürliche, durch Menschen unterstützte oder sonstige Wege der Übertragung des Schädlings auf den betreffenden Wirt und Effizienz des Übertragungswegs einschließlich Ausbreitungsmechanismen und Ausbreitungsrate;