III. 6 neemt kennis van het voornemen van de Raad om het partnerschap met de betrokken derde landen te versterken, wat een absolute vereiste is voor de bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel; constateert echter dat op dit vlak nog geen vorderingen zijn gemaakt, met name niet bij de onderhandelingen over overnameovereenkomsten op EU-niveau, wat tot gevolg kan hebben dat er opnieuw bilaterale overnameovereenkomsten komen, en wenst dat het sluiten van dergelijke overeenkomsten niet enkel afhangt van een vereenvoudiging van de visumregeling;
III. 6 nimmt Kenntnis von der Absicht des Rates, die Partnerschaft mit den betreffenden Drittländern zu vertiefen, was ein unverzichtbares Gegenstück zur Bekämpfung der illegalen Zuwanderung und des Menschenhandels darstellt, stellt aber auch hier das Fehlen jeglicher Fortschritte fest, insbesondere was die Aushandlung von Rückübernahmeabkommen durch die Gemeinschaft betrifft, was zu einer Wiederbelebung bilateraler Rückübernahmeabkommen führen kann, und wünscht, dass die Unterzeichung derartiger Abkommen nicht allein von Visa-Erleichterungen abhängig gemacht wird;