Deze methode is van toepassing op de EG-meststoffen die onder bijlage I. E van deze verordening vallen en die een of meer van de volgende micronutriënten bevatten: boor, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen en zink.
Die Methode gilt für EG-Düngemittel, für die Anhang I E die Angabe des wasserlöslichen Gehaltes eines oder mehrerer der folgenden Spurennährstoffe vorschreibt: Bor, Kobalt, Kupfer, Eisen, Mangan, Molybdän und Zink.