38. herinnert eraan dat de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon het beleid van de Unie heeft versterkt en de Unie belangrijke nieuwe bevoegdheden heeft bezorgd, met name op het gebied van externe maatregelen, sport, ruimte, klimaatverandering, energie, toerisme en bescherming van de burgerbevolking; benadrukt dat voldoende financiële middelen hiervoor onontbeerlijk zijn; herinnert in dit verband aan artikel 311 VWEU, op grond waarvan de EU zich moet voorzien van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en aan haar beleid uitvoering te geven;
38. verweist darauf, dass das Inkrafttreten des Vertrags von Lissabon die Politiken der Union stärkt und der Union beträchtliche neue Vorrechte verschafft, insbesondere in den Bereichen des auswärtigen Handelns, des Sports, der Raumfahrt, des Klimawandels, der Energie, des Fremdenverkehrs und des Katastrophenschutzes; unterstreicht, dass dies ausreichende finanzielle Ressourcen erforderlich macht; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass sich die Union gemäß Artikel 311 AEUV mit den erforderlichen Mitteln auszustatten hat, um ihre Ziele zu erreichen und ihre Politik durchführen zu können;