Volgens de Vlaamse Regering zou het middel onontvankelijk zijn, in zoverre het de schending aanvoert van de artikelen 2, 3, 6, 10, 174 en 175 van het E.G.-Verdrag, de artikelen 3 en 4 van de kaderrichtlijn afvalstoffen, artikel 1.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en artikel 5 van het afvalstoffendecreet, vermits het Hof niet aan die bepalingen vermag te toetsen.
Nach Darlegung der Flämischen Regierung sei der Klagegrund unzulässig, sofern darin ein Verstoss gegen die Artikel 2, 3, 6, 10, 174 und 175 des EG-Vertrags, die Artikel 3 und 4 der Abfallrahmenrichtlinie, Artikel 1.2.1 des Dekrets vom 5. April 1995 zur Festlegung allgemeiner Bestimmungen über Umweltpolitik und Artikel 5 des Abfalldekrets angeführt werde, da der Hof keine Prüfung anhand dieser Bestimmungen vornehmen dürfe.