M. overwegende dat er overeenkomstig Besluit 2006/1016/EG betreffende het mandaat van de EIB voor externe leningen in de periode 2007-2013 voor 25,8 miljard EUR aan leningen beschikbaar is, die als volgt per regio worden uitgesplitst: 8,7 miljard EUR voor de pretoetredingslanden, met inbegrip van Kroatië en Turkije, 8,7 miljard EUR voor de Middellandse Zeelanden, 3,7 miljard EUR voor Oost-Europa, de Zuidelijke Kaukasus en de Russische Federatie, 2,8 miljard EUR voor Latijns-Amerika, 1 miljard euro voor Azië en 0,9 miljard EUR voor de Republiek Zuid-Afrika,
M. in der Erwägung, dass der Beschluss 2006/1016/EG über das Mandat der EIB für Finanzierungen in Drittländern vorsieht, dass Darlehen in Höhe von 25,8 Milliarden EUR für den Zeitraum 2007–2013 bereitgestellt werden, die sich in folgende regionale Beträge aufschlüsseln: Heranführungsländer, einschließlich Kroatien und Türkei: 8,7 Milliarden EUR; Mittelmeerländer: 8,7 Mio. EUR; Osteuropa, Südkaukasus und Russische Föderation: 3,7 Milliarden EUR; Lateinamerika: 2,8 Milliarden EUR; Asien: 1 Milliarde EUR; Republik Südafrika: 0,9 Milliarden EUR,