Op grond van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat in het geval van ABB de noodzaak van een afschrikkende werking vergt dat de minimumboete van 20 miljoen ECU die bij een zeer zware inbreuk in aanmerking komt, wordt gewogen met een factor 2,5 hetgeen dan als vertrekpunt 50 miljoen ECU oplevert.
Die Kommission hält es daher im Fall von ABB mit Rücksicht auf das Abschreckungserfordernis für nötig, die Mindestgeldbuße für besonders schwere Verstöße, 20 Mio. ECU, mit x 2,5 zu gewichten, so daß sich ein Ausgangspunkt von 50 Mio. ECU ergibt.