46. merkt op dat het Erasmus-programma alleen
al, sinds de start ervan in
1987, meer dan 2,2 miljoen studenten de kans heeft geboden zich binnen de EU te verplaatsen, en dat het programma een enorme bijdrage heeft geleverd aan de mobiliteit in het Europese hoger onderwijs; hoopt daarom dat binnen de toekomstige financiële vooruitzichten een gepaste financiële dekking is voorbehouden voor alle programma's ter ondersteuning van mobiliteit en vorming; verzoekt de Commissie en de lidstaten de Europese en internationale onderwijs- en studieprogramma's, alsoo
...[+++]k programma's als Grundtvig, Comenius, Leonardo da Vinci, Jean Monnet en Erasmus te blijven steunen om de onderwijs- en beroepsmobiliteit voor vrouwen in de EU te bevorderen en ook de docenten toe te laten een periode van hun eigen loopbaan in een andere EU-lidstaat door te brengen, wat bijdraagt tot de ontwikkeling van een Europees burgerschaps- en identiteitsgevoel; onderstreept het belang van het nieuwe meerjarenprogramma voor onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport, dat voortbouwt op de positieve ervaringen die zijn opgedaan met alle bestaande Europese programma's op het gebied van mobiliteit en onderwijs; 46. stellt fest, dass allein das Programm Erasmus seit seiner Auflegung im Jah
r 1987 mehr als 2,2 Millionen Studenten zur Mobilität innerhalb der EU verholfen hat und einen bedeutsamen Betrag zur Mobilität in der europäischen Hochschulbildung geleistet hat; hofft deshalb, dass im künftigen mehrjährigen Finanzrahmen angemessene finanzielle Mittel für alle P
rogramme vorgesehen werden, mit denen Mobilität und Ausbildung unterstützt werden; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, europäische und internat
...[+++]ionale Bildungs- und Studienprogramme wie Grundtvig, Comenius, Leonardo da Vinci, Jean Monnet und Erasmus auch weiterhin aktiv zu unterstützen, damit die ausbildungsbezogene und berufliche Mobilität von Frauen in der EU gefördert wird und auch Lehrer einen Teil ihrer beruflichen Laufbahn in einem anderen EU-Mitgliedstaat verbringen können, da solche Maßnahmen das Bewusstsein für europäische Bürgerschaft und Identität stärken; betont, wie wichtig das neue mehrjährige Programm für allgemeine und berufliche Bildung, Jugend und Sport ist, das auf den positiven Erfahrungen aller bereits bestehenden europäischen Programme in den Bereichen Mobilität und Bildung aufbaut;