Aan de overige betrokken landen zijn de volgende bedragen in rekening gebracht: 88,3 miljoen € aan Griekenland, 30,1 miljoen € aan Denemarken, 22,2 miljoen € aan Italië, 19,5 miljoen € aan het Verenigd Koninkrijk, 19,2 miljoen € aan Duitsland, 17,2 miljoen € aan Spanje, 13,4 miljoen € aan Ierland, 7,2 miljoen € aan Portugal, 2,6 miljoen € aan Nederland, 1,6 miljoen € aan België en 0,8 miljoen € aan Oostenrijk.
Hier die Beträge für die übrigen Mitgliedstaaten: Griechenland: 88,3 Mio. Euro, Dänemark: 30,1 Mio. Euro; Italien: 22,2 Mio. Euro; Vereinigtes Königreich: 19,5 Mio. Euro; Deutschland: 19,2 Mio. Euro, Spanien: 17,2 Mio. Euro; Irland: 13,4 Mio. Euro; Portugal: 7,2 Mio. Euro; Niederlande: 2,6 Mio. Euro; Belgien: 1,6 Mio. Euro und Österreich: 0,8 Mio. Euro.