Op grond van Richtlijn 76/464/EEG betreffende de lozing van gevaarlijke stoffen in het water oordeelde het EHvJ in zaak C-232/97 (Nederhoff tegen Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland) [16], dat de lidstaten voor de verlening van een lozingsvergunning als voorwaarde mogen stellen dat de verplichting om onderzoek te doen naar of te kiezen voor minder milieubelastende alternatieven in acht wordt genomen.
[15] Ausgehend von der Richtlinie 76/464/EWG über die Ableitung gefährlicher Stoffe in die Gewässer befand der EuGH in der Rechtsache C-232/97 Nederhoff / Dijkgraaf en Hoogheemrader va het Hooghemraadschap Rijnmland [16], dass Mitgliedstaaten die Erteilung einer Ableitungsgenehmigung von der Einhaltung einer Verpflichtung, alternative, weniger umweltbelastende Lösungen zu suchen oder zu wählen, abhängig machen dürfen.