43. merkt op dat veel lidstaten – vooral die met minder goed ontwikkelde OO-structuren – bang zijn voor een braindrain binnen de EU; vraagt om maatregelen die dit verhinderen door ervoor te zorgen dat de lidstaten elkaar met hun nationale onderzoeksbeleid aanvullen in plaats van beconcurreren, vooral ten einde de coördinatie van middelen te bevorderen en overlappingen en verbrokkeling ervan te voorkomen;
43. stellt fest, dass viele Mitgliedstaaten – insbesondere jene mit einer weniger stark entwickelten FuE-Struktur – eine Abwanderung von Spitzenkräften innerhalb der Europäischen Union fürchten; fordert, dass Maßnahmen getroffen werden, um dies zu verhindern, indem dafür gesorgt wird, dass sich die nationalen Forschungspolitiken gegenseitig ergänzen und nicht miteinander im Wettstreit stehen, insbesondere damit die Koordinierung von Ressourcen gefördert und deren unnötige Doppelverwendung sowie Zersplitterung verhindert wird;