15. maakt zich zorgen over de blijvende discrepantie tussen het opleidingsniveau van vrouwen en mannen enerzijds, waarbij vrouwen beter presteren dan mannen, en de situatie op de arbeidsmarkt anderzijds, waarbij vrouwen lagere lonen verdienen, werkzaam zijn in minder zekere banen en minder snel carrière maken dan mannen; verzoekt de Commissie en de lidstaten met klem te onderzoeken wat de redenen hiervan zijn en oplossingen voor deze situatie te vinden;
15. zeigt sich besorgt über die anhaltende Diskrepanz bei der Qualität der Abschlüsse von Frauen und Männern einerseits, wobei die Leistung von Frauen besser als die der Männer ist, und der Lage auf dem Arbeitsmarkt andererseits, auf dem Frauen schlechter entlohnt werden, weniger sichere Arbeitsplätze haben und beruflich langsamer als Männer vorankommen; dringt darauf, dass die Kommission und die Mitgliedstaaten die Gründe für diesen Zustand erforschen und Lösungen dafür finden;
