15. dringt er op aan dat een Europese beroepskaart geen negatief effect zou mogen hebben op de grensoverschrijdende mobiliteit en alleen mag worden gebruikt als bewijs van het recht om in een andere lidstaat te gaan wonen, zonder een voorwaarde daarvoor te zijn; benadrukt dat er geen specifieke groepen mogen worden uitgesloten van het aanbieden van hun diensten in andere lidstaten en dat de kaart met name voor personen met minder of minder specifieke kwalificaties geen nieuwe hinderpalen mag creëren;
15. spricht sich nachdrücklich dafür aus, dass ein europäischer Berufsausweis keine negativen Auswirkungen auf die grenzüberschreitende Mobilität haben und nur dazu dienen sollte, das Recht auf Freizügigkeit nachzuweisen, ohne eine Bedingung hierfür zu sein; betont, dass einzelne Gruppen nicht daran gehindert werden sollten, ihre Dienstleistungen in anderen Mitgliedstaaten anzubieten, und dass der Ausweis insbesondere für Personen mit geringeren oder weniger spezifischen Qualifikationen nicht zu neuen Hindernissen führen sollte;