Wat ten slotte
de opmerking van de Ministerraad betreft volgens welke het Hof een leemte in de wetgeving kan vaststellen maar die
niet kan opvullen, komt het, indien de leemte zich bevindt in de aan het Hof voorgelegde tekst, de verwijzende rechter toe een einde te maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, wanneer die vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en volledige bewoordingen om toe te laten dat de in het geding zijnde bepaling wordt toegepast met inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (
...[+++]vgl. EHRM, 29 november 1991, Vermeire t. België, § 25).
Was schliesslich die Anmerkung des Ministerrates betrifft, wonach der Hof eine Gesetzeslücke feststellen, diese jedoch nicht beheben könne, obliegt es, wenn die Lücke sich in dem Text befindet, der dem Hof unterbreitet wurde, dem vorlegenden Richter, der durch den Hof festgestellten Verfassungswidrigkeit ein Ende zu setzen, wenn diese Feststellung ausreichend präzise und vollständig formuliert ist, damit die fragliche Bestimmung unter Einhaltung der Artikel 10 und 11 der Verfassung angewandt werden kann (vgl. EuGHMR, 29. November 1991, Vermeire gegen Belgien, § 25).