De geselecteerde punten voor de tests waarbij het botslichaam in de vorm van het hoofd van een volwassene tegen de voorruit botst, liggen minstens 82,5 mm binnen de grenzen van de voorruit, zoals gedefinieerd in Richtlijn 77/649/EEG, en minstens 82,5 mm vóór de referentielijn bovenrand voorruit, zoals gedefinieerd in punt 2.11.1 van deel I (zie figuur 11).
Die gewählten Prüfpunkte müssen mindestens 165 mm voneinander, mindestens 82,5 mm vom in der Richtlinie 77/649/EWG definierten Rand der Windschutzscheibe und mindestens 82,5 mm von der in Teil I Nummer 2.11.1 definierten hinteren Windschutzscheiben-Bezugslinie entfernt sein (siehe Bild 11).