Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat « de rechter in feite, mitsdien op onaantastbare wijze, oordeelt of de verhuring van kamers met het oog op prostitutie geschiedt met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, voor zover hij aan ' abnormaal profijt ' dat in de wet niet nader is omschreven, zijn gebruikelijke betekenis toekent ».
Der Kassationshof hat geurteilt, « der Richter entscheidet souverän, ob die Vermietung von Zimmern zum Zweck der Prostitution mit der Absicht geschieht, anormalen Profit zu erzielen, vorausgesetzt, er verleiht dem Begriff des ' anormalen Profits ', der im Gesetz nicht genauer beschrieben ist, seine übliche Bedeutung ».