3. Exploitanten van producten en apparatuur die niet in lid 1 zijn opgenomen, met inbegrip van mobiele apparatuur, en die gefluoreerde broeikasgassen bevatten, organiseren voor zover dit technisch uitvoerbaar is en geen buitensporige kosten met zich meebrengt, de terugwinning van de gassen door natuurlijke personen die over passende kwalificaties beschikken, zodat deze gassen worden gerecycled, geregenereerd of vernietigd, of organiseren de vernietiging ervan zonder voorafgaande terugwinning.
(3) Die Betreiber von Erzeugnissen und Einrichtungen, einschließlich mobiler Einrichtungen, die fluorierte Treibhausgase enthalten, aber nicht in Absatz 1 aufgeführt sind, sorgen dafür, dass die Gase — soweit technisch realisierbar und keine unverhältnismäßigen Kosten entstehen — durch angemessen qualifizierte natürliche Personen rückgewonnen werden, damit sie recycelt, aufgearbeitet oder zerstört werden können, oder dass sie ohne vorherige Rückgewinnung zerstört werden.