7. Indien de tweede lidstaat overeenkomstig lid 6 bezwaar maakt tegen de mobiliteit en de mobiliteit nog geen feit is, mag de binnen een onderneming overgeplaatste persoon niet in het kader van de overplaatsing binnen de onderneming in de tweede lidstaat werken. Als de mobiliteit reeds een feit is, geldt artikel 16C, leden 2 en 2a.
7. Erhebt der zweite Mitgliedstaat nach Absatz 6 Einwände gegen die Mobilität und hat die Mobilität noch nicht stattgefunden, so darf der konzernintern entsandte Arbeitnehmer im zweiten Mitgliedstaat im Rahmen der konzerninternen Entsendung keiner Tätigkeit nachgehen. Hat die Mobilität bereits stattgefunden, so gilt Artikel 16c Absätze 2 und 2a.