G. overwegende dat de grensoverschrijdende mobiliteit nog steeds aanzienlijke hinder ondervindt van belemmeringen op het gebied van de aanvullende pensioenregelingen en dat de coördinatie op het gebied van de sociale zekerheid in de EU moet worden versterkt via modernisering, vereenvoudiging en uitbreiding van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (die evenwel niet geldt voor niet-verplichte beroepspensioenregelingen) en dat Richtlijn 98/49/EG slechts enkele problemen regelt; dat daarnaast sprake is van belemmeringen die verband houden met de verscheidenheid van de belastingstelsels die met name voor grensarbeiders gelden,
G. in der Erwägung, dass die grenzüberschreitende Mobilität nach wie vor durch nicht zu unterschätzende Hindernisse im Bereich der Zusatzrenten beeinträchtigt wird, dass die Koordinierung im Bereich der sozialen Sicherheit in der Europäischen Union durch die Modernisierung, Vereinfachung und Ausweitung der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71, die allerdings nicht die freiwilligen Betriebsrentensysteme abdeckt, verbessert werden muss, und dass die Richtlinie 98/49/EG nur bestimmte Probleme regelt, wobei insbesondere für die Grenzgänger zusätzliche Hindernisse durch die unterschiedlichen Steuersysteme entstehen,