Uit hetgeen voorafgaat en uit het verzoekschrift blijkt dat de verzoekende partijen artikel 365ter, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek bestrijden, in zoverre het inhoudt dat bij de berekening van de anciënniteit van de referendarissen en de parketjuristen bij de hoven van beroep en bij de rechtbanken van eerste aanleg de tijd van inschrijving bij de balie slechts in aanmerking wordt genomen wanneer die op het tijdstip van de benoeming vier jaar te boven gaat.
Aus den vorstehenden Erwägungen und aus der Klageschrift geht hervor, dass die klagenden Parteien Artikel 365ter § 5 des Gerichtsgesetzbuches anfechten, insofern er beinhaltet, dass bei der Berechnung des Dienstalters der Referenten und der Juristen der Staatsanwaltschaft an den Appellationshöfen und den Gerichten erster Instanz die Dauer der Eintragung bei der Rechtsanwaltschaft nur berücksichtigt werde, wenn sie zum Zeitpunkt der Ernennung mehr als vier Jahre betrage.