Vertaling van "moedwillige verwoesting " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

verwoesting
Verwüstung

destructie | vernietiging | verwoesting
Destruktion

moedwillig schade toebrengen
absichtlich einen Schaden zufügen

moedwillige vernieling van een omheining
böswillige Beschädigung einer Einzäunung | böswillige Zerstörung einer Einzäunung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

K. overwegende dat in de regionale strategie van de EU voor Syrië en Irak en voor de dreiging die uitgaat van IS/Da'esh, die de Raad Buitenlandse Zaken van 16 maart 2015 heeft aangenomen, de EU met kracht de moedwillige verwoesting van archeologische vindplaatsen en cultureel erfgoed veroordeelt en opmerkt dat dergelijke daden als een oorlogsmisdaad in de zin van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC) kunnen worden beschouwd;
K. in der Erwägung, dass der Rat Auswärtige Angelegenheiten am 16. März eine regionale Strategie der EU für Syrien und für den Irak und für das Vorgehen gegen die vom Da’isch ausgehende Bedrohung angenommen hat und die EU darin die mutwillige Zerstörung von Stätten des archäologischen und kulturellen Erbes mit aller Schärfe verurteilt; in der Erwägung, dass derartige Übergriffe nach dem Römischen Statut des Internationalen Strafgerichtshofs Kriegsverbrechen darstellen können;

A. overwegende dat Vojislav Šešelj, de voorzitter van de Servische Radicale Partij, voor het ICTY terechtstaat op verdenking van vervolging op politieke, raciale of religieuze gronden, deportatie, onmenselijke daden, deportatie onder dwang, misdaden tegen de menselijkheid, moord, marteling, wrede behandeling, moedwillige verwoesting van dorpen of verwoestingen zonder militaire noodzaak, vernieling of opzettelijke beschadiging van godsdienstige of onderwijsinstellingen, plunderen van privébezit (schending van de wetten en gebruiken van de oorlog) in Kroatië, Bosnië en Herzegovina en in delen van Vojvodina (Servië) tussen 1991 en 1993;
A. in der Erwägung, dass Vojislav Šešelj, der Vorsitzende der Serbischen Radikalen Partei, vor dem ICTY angeklagt ist, und zwar wegen Verfolgungen aus politischen, rassischen oder religiösen Gründen, Vertreibung, unmenschlicher Handlungen (zwangsweise Überführung, Verbrechen gegen die Menschlichkeit) sowie wegen Mordes, Folter, grausamer Behandlung, mutwilliger Zerstörung von Dörfern und nicht durch militärische Zwänge gerechtfertigte Verwüstungen, der Zerstörung und der vorsätzlichen Beschädigung von religiösen Einrichtungen und Bildungseinrichtungen, Plünderung öffentlichen und privaten Eigentums (Verstöße gegen die Gesetze und Gebräuche des Krieges) in Kroatien, Bosnien und Herzegowina und Teilen der Vojvodina (Serbien), wobei diese Taten zwischen 1991 und 1993 begangen wurden;

125. betreurt ten zeerste dat tijdens het gewapende conflict tussen Rusland en Georgië over Zuid-Ossetië en Abchazië in augustus 2008 schendingen van het internationale humanitaire recht hebben plaatsgevonden die geleid hebben tot honderden doden en gewonden en tienduizenden ontheemden; herinnert eraan dat Rusland tot op heden slechts heeft voldaan aan het eerste van de zes punten omvattende staakt-het-vuren-overeenkomst met Georgië; betreurt de moedwillige verwoesting van etnisch Georgische dorpen in Zuid-Ossetië en Abchazië tijdens en na het conflict; onderstreept dat de verantwoordelijken voor deze schendingen tot dusver niet ter verantwoording zijn geroepen;
125. bedauert zutiefst, dass während des bewaffneten Konflikts zwischen Russland und Georgien um die Regionen Südossetien und Abchasien im August 2008 durch die Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht Hunderte von Opfern zu beklagen waren und Zehntausende Menschen vertrieben wurden; erinnert daran, dass Russland bis zum heutigen Tag nur den ersten Punkt des sechs Punkte umfassenden Waffenstillstandsabkommens mit Georgien erfüllt hat; missbilligt die vorsätzliche Zerstörung von ethnisch georgischen Dörfern in Südossetien und Abchasien während des Konflikts und in der Zeit danach; betont, dass diese Gewalttaten bis jetzt straffrei geblieben sind;

120. betreurt ten zeerste dat tijdens het gewapende conflict tussen Rusland en Georgië over Zuid-Ossetië en Abchazië in augustus 2008 schendingen van het internationale humanitaire recht hebben plaatsgevonden die geleid hebben tot honderden doden en gewonden en tienduizenden ontheemden; herinnert eraan dat Rusland tot op heden slechts heeft voldaan aan het eerste van de zes punten omvattende staakt-het-vuren-overeenkomst met Georgië; betreurt de moedwillige verwoesting van etnisch Georgische dorpen in Zuid-Ossetië en Abchazië tijdens en na het conflict; onderstreept dat de verantwoordelijken voor deze schendingen tot dusver niet ter verantwoording zijn geroepen;
120. bedauert zutiefst, dass während des bewaffneten Konflikts zwischen Russland und Georgien um die Regionen Südossetien und Abchasien im August 2008 durch die Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht Hunderte von Opfern zu beklagen waren und Zehntausende Menschen vertrieben wurden; erinnert daran, dass Russland bis zum heutigen Tag nur den ersten Punkt des sechs Punkte umfassenden Waffenstillstandsabkommens mit Georgien erfüllt hat; missbilligt die vorsätzliche Zerstörung von ethnisch georgischen Dörfern in Südossetien und Abchasien während des Konflikts und in der Zeit danach; betont, dass diese Gewalttaten bis jetzt straffrei geblieben sind;