Onder voorbehoud van de in punt 5.7.1.2.1 , 5.7.1.2.2 en 5.7.1.2.3 bepaalde voorwaarden , moet het deel van de rugleuning van de voorste zitplaats dat zich in de trefz
one van het hoofd , zoals omschreven in bijlage II , bevindt , de stootkracht kunnen opnemen zoals aangegeven in bijlage III . Voor het bepalen van de trefz
one van het hoofd , moeten de voorste zitplaatsen , indien zij verstelbaar zijn , in de meest achteruitgeschoven rijpositie staan en de verstelbare rugleuningen van deze zitplaatsen in de positie die het dichtst bij een h
oek van 25 ...[+++] * ligt , behoudens andersluidende aanwijzing van de fabrikant .
Vorbehaltlich der Vorschriften nach 5.7.1.2.1 , 5.7.1.2.2 und 5.7.1.2.3 muß der Teil der Rückenlehne des Vordersitzes , der innerhalb des Kopfaufschlagbereichs nach Anhang II liegt , energieaufnehmend entsprechend Anhang III sein . Für die Bestimmung des Kopfaufschlagbereichs müssen sich die Vordersitze , falls sie verstellbar sind , in der hintersten Fahrstellung befinden , wobei die verstellbaren Rückenlehnen dieser Sitze - soweit vom Hersteller nichts anderes angegeben - so eingestellt sein müssen , daß der Neigungswinkel möglichst nahe bei 25 * liegt .