20. onderstreept dat alle maatregelen om clandestiene immigratie te ontmoedigen en controle op de buitengrenzen te houden, ook als ze in samenwerking met derde landen uitgevoerd worden, de waarborgen en grondrechten van de individuele persoon moeten eerbiedigen, zoals ze neergelegd zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens (EVRM), vooral het asielrecht en het recht om niet teruggestuurd te worden naar hun land ("non-refoulement";
20. betont, dass jede Maßnahme zur Bekämpfung der illegalen Einwanderung und zur Kontrolle an den Außengrenzen, auch wenn sie in Zusammenarbeit mit Drittstaaten durchgeführt wird, den Garantien und Grundrechten des Individuums Rechnung tragen muss, wie diese in der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und in der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten niedergelegt sind, wozu insbesondere das Recht auf Asyl und das Recht, an den Grenzen nicht zurückgewiesen zu werden, gehören;