Het beroep tot vernietiging van de artikelen 168 tot 172 van het decreet van 25 februari 1997 is afgeleid uit de schending van artikel 24, § 5, van de Grondwet, doordat
de decreetgever in geen enkel opzicht de beoordelingsruimte van de Regering bij het organiseren van tijdelijke projecten heeft afgebakend, noch ten aanzien van de inhoud of de doelstellingen van die projecten, noch ten aanzien van
de kwalitatieve of kwantitatieve criteria waarmee de Regering bij de organisatie van de tijdelijke pro
jecten rek ...[+++]ening zou moeten houden, noch met betrekking tot de voorwaarden die de Regering vermag op te leggen jegens scholen alvorens deze kunnen deelnemen aan de door de Regering zelf omschreven tijdelijke projecten.Die Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 168 bis 172 des Dekrets vom 25. Februar 1997 geht von einer Verletzung von Artikel 24 § 5 der Verfassung aus, indem der Dekretgeber in keinerlei Weise den Ermessensspielraum der Regierung beim Organisieren von
zeitlich begrenzten Projekten abgegrenzt habe, und
zwar weder hinsic
htlich des Inhaltes oder der Zielsetzungen dieser Projekte, noch hinsichtlich de
r qualitativen oder quantitativen<
...[+++]b class=yellow2> Kriterien, denen die Regierung bei der Organisation von zeitlich begrenzten Projekten Rechnung tragen müsse, noch bezüglich der Bedingungen, die die Regierung den Schulen auferlegen könne, bevor diese an den durch die Regierung selbst beschriebenen zeitlich begrenzten Projekten teilnehmen könnten.