C. overwegende dat de in de Universele Verklaring van de rechten van de mens geproclameerde burger-, culturele, economische, politieke en sociale rechten als onderling samenhangend, complementair, ondeelbaar en gelijkwaardig moeten worden beschouwd,
C. in der Erwägung, dass bürgerliche, kulturelle, wirtschaftliche, politische und soziale Rechte, die in der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte dargelegt sind, als interdependent, einander ergänzend, unteilbar und gleichrangig gelten müssen,