3. wijst erop dat de structuur- en cohesiefondsen het doel van cohesie moeten dienen, d.w.z. coherentie en solidariteit tussen de lidstaten moeten stimuleren, en dat de meeste inspanningen prioritair op de economisch achtergebleven regio’s moeten worden gericht;
3. erinnert daran, dass die Struktur- und Kohäsionsfonds dem Ziel des Zusammenhalts dienen müssen, das darin besteht, den Zusammenhalt und die Solidarität zwischen den Mitgliedstaaten zu fördern, und dass ein wesentlicher Teil der Anstrengungen vorrangig in den Regionen erbracht werden muss, die einen wirtschaftlichen Entwicklungsrückstand aufweisen;