31. verwerpt de opvatting van de Commissie dat het gerecht waar de zaak ten gronde
dient, in staat zou moeten zijn de door het gerecht van een andere
lidstaat toegewezen voorlopige maatregelen op
te heffen, te wijzigen of aan te passen, want dat zou tegen de geest van het in de verordening gehu
ldigde beginsel van wederzijds vertrouwen indruisen; zi
...[+++]et bovendien niet in op welke basis een gerecht de beslissing van een gerecht in een ander rechtsgebied zou kunnen herzien, en welk recht in zo'n geval van toepassing zou zijn, en meent dat zoiets voor reële praktische problemen zou zorgen, bijvoorbeeld op het punt van de kosten; 31. lehnt den Vorschlag der Kommission ab, dem Hauptsachegericht die Möglichkeit einzuräumen, einstweilige Maßnahmen, die von einem Gericht eines anderen Mitg
liedstaats erlassen wurden, aufzuheben, abzuändern oder anzupassen, da dies nicht mit dem in der Verordnung verankerten Grundsat
z des gegenseitigen Vertrauens vereinbar wäre; ist zudem der Auffassung, dass es nicht klar ist, auf welcher Grundlage ein Gericht eine in einem anderen Staat ergangene Gerichtsentscheidung überprüfen könnte und welches Recht es dabei anzuwenden hätte,
...[+++]und dass dies in der Praxis zu echten Problemen führen könnte, zum Beispiel im Hinblick auf die Kosten;