13. ERKENT dat, ofschoon een verdere ontwikkeling van d
e aquacultuursector zeer nuttig kan zijn om de gemeenschappelijke markt van voldoende v
isserijproducten te voorzien en de kustgebieden te ontwikkelen, de werkzaamheden om de schadelijke milieueffecten van aquacultuur, zoals plaatselijke fysieke verstoring, ziekteverspreiding en genetis
che bedreiging voor natuurlijke visbestanden door ontsnapte kweekvis, zoveel mogelijk te b
eperken, v ...[+++]oortgezet moeten worden;