De veterinairrechtelijke (en door handelsoverwegingen ingegeven) doelstelling om de epidemie zo snel mogelijk uit te roeien bij een zo klein mogelijk aantal ruimingen mag dus niet inhouden dat principieel van vaccinaties wordt afgezien, en moet steeds worden afgewogen tegen andere politieke doelstellingen, zoals het voorkomen van buitensporige economische verliezen in alle daarmee samenhangende sectoren van de levensmiddelenproductie en andere economische sectoren, en het voorkomen van traumatische psycho-sociale ervaringen in de betrokken regio's.
Das seuchenpolizeiliche (und handelspolitisch motivierte) Ziel der schnellstmöglichen Ausrottung der Seuche bei geringstmöglicher Zahl der gekeulten Tiere darf also nicht den grundsätzlichen Verzicht auf Impfungen implizieren und muss immer gegen andere politisch relevante Ziele, wie die Vermeidung exzessiver wirtschaftlicher Verluste in den vor- und nachgelagerten Bereichen der Nahrungsmittelproduktion und in anderen Wirtschaftssektoren, und die Vermeidung traumatischer psychosozialer Erfahrungen in den betroffenen Regionen abgewogen werden.