Aangezien Nederland tot op heden nog niet alle maatregelen heeft genomen om een eind te maken aan de verschillende behandeling die buitenlandse studenten ten deel valt voor wat de mogelijkheid betreft aanspraak te maken op de openbaarvervoerkaart voor studenten (de „OV-studentenkaart”), heeft de Commissie geconcludeerd dat Nederland niet heeft voldaan aan de krachtens artikel 18 VWEU (junctis de artikelen 20 VWEU en 21 VWEU) alsmede artikel 24 van richtlijn 2004/38/EG, op hem rustende verplichtingen.
Da die Niederlande bis heute nicht alle Maßnahmen getroffen hätten, um die unterschiedliche Behandlung von ausländischen Studenten hinsichtlich der Möglichkeit zur Inanspruchnahme einer Studentenkarte für öffentliche Verkehrsmittel (der „OV-studentenkaart“) zu beenden, ist die Kommission zu der Schlussfolgerung gelangt, dass die Niederlande ihre Verpflichtungen aus Art. 18 AEUV (in Verbindung mit Art. 20 AEUV und Art. 21 AEUV) sowie Art. 24 Abs. 2 der Richtlinie 2004/38/EG nicht erfüllt hätten.