2. dringt aan op naleving van het beginsel van het recht op voeding en voedselsoevereiniteit; is van mening dat voorrang moet worden gegeven aan de mogelijkheid van de landen om hun productie voor hun landelijke of regionale levensmiddelenbehoeften te ontwikkelen, hetgeen impliceert dat alle landen de mogelijkheid moeten krijgen om hun productie te beschermen tegen import die het evenwicht op hun markten verstoort;
2. fordert die grundsätzliche Anerkennung des Rechts auf Nahrung und Nahrungsmittelsouveränität; ist der Ansicht, dass der Fähigkeit der Entwicklungsländer, ihre Produktion entsprechend ihrem nationalen oder regionalen Ernährungsbedarf zu entwickeln, Vorrang eingeräumt werden muss, was bedeutet, dass alle Staaten die Möglichkeit haben müssen, ihre Produktion vor Einfuhren zu schützen, die ihre internen Märkte zu destabilisieren drohen;