3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 mogen bedrijfsexploitanten gebruikmaken van controleprocedures uit gidsen voor goede praktijken als bedoeld in artikel 13.
(3) Für die Zwecke der Absätze 1 und 2 können die Unternehmer die Kontrollverfahren anwenden, die in den Leitfäden für bewährte Verfahrensweisen gemäß Artikel 13 festgelegt sind.