6. In jaren waarin zich uitzonderlijke weersomstandigheden hebben voorgedaan, mogen de lidstaten toestemming verlenen tot aanzuring van de in punt 1 genoemde producten in de wijnbouwzones C I a) en C I b) onder de in de punten 2 en 3 genoemde voorwaarden voor de zones C II, C III a) en C III b).
6. In Jahren mit außergewöhnlichen Witterungsbedingungen können die Mitgliedstaaten die Säuerung der in Nummer 1 genannten Erzeugnisse in den Weinbauzonen C I a und C I b unter den in Nummer 1 hinsichtlich der Weinbauzonen C II, C III a und C III b genannten Bedingungen zulassen.