– onder verwijzing naar zijn resoluties van 26 november 2009 over China: rechten van minderheden en toepassing van de doodstraf , van 20 november 2008 over de doodstraf in Nigeria , van 17 juni 2010 over terechtstellingen in Libië , van 8 juli 2010 over Noord-Korea , van 22 oktober 2009 over Iran , van 10 februari 2010 over Iran en van 8 september 2010 over mensenrechten in Iran, met name de zaken van Mohammadi Ashtiani en Zahra Bahrami ,
– unter Hinweis auf seine Entschließungen vom 26. November 2009 zu China: Minderheitenrechte und Anwendung der Todesstrafe , vom 20. November 2008 zur Todesstrafe in Nigeria , vom 17. Juni 2010 zu den Hinrichtungen in Libyen , vom 8. Juli 2010 zu Nord-Korea , vom 22. Oktober 2009 zu Iran , vom 10. Februar 2010 zu Iran und vom 8. September 2010 zu den Menschenrechten in Iran, insbesondere zu den Fällen Mohammadi Ashtiani und Zahra Bahrami ,