Als ze op het zuiden en westen liggen, zijn ze niet heel dik, en rusten ze direct op de dagzoom van molasserotsen; hun aard houdt nauw verband met de faciës van de onderliggende molasse.
Die nach Süden und Westen gelegenen Böden besitzen eine geringe Tiefe, sie ruhen direkt auf den Molasseaufschlüssen; ihre Beschaffenheit steht in engem Zusammenhang mit der Fazies der darunterliegenden Molasse.