Het Verdrag van Rotterdam bepaalt met name het volgende: de partijen zullen het recht krijgen om de invoer van gevaarlijke chemische stoffen te verbieden; sommige producten (momenteel 26 pesticiden en 5 industrieproducten) zullen slechts kunnen worden uitgevoerd na voorafgaande toestemming van het invoerende land; de partijen dienen onderling informatie uit te wisselen over de nationale beperkingen op het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen; en de partijen die de uitvoer van een gevaarlijke stof overwegen moeten de invoerende partij daarvan in kennis stellen.
Im Rotterdamer Übereinkommen ist insbesondere Folgendes vorgesehen: Die Parteien wären berechtigt, die Einfuhr gefährlicher Chemikalien zu verbieten, die Ausfuhr bestimmter Erzeugnisse (derzeit 26 Pestizide und 5 Industriechemikalien) bedürfte der vorherigen Zustimmung nach Inkenntnissetzung des einführenden Landes, die Parteien müssten einander über die einzelstaatlichen Beschränkungen unterrichten, die für gefährliche Chemikalien gelten; ferner müsste eine Partei, welche die Ausfuhr eines gefährlichen Erzeugnisses beabsichtigt, die einführende Partei davon unterrichten.
