19. is van mening dat de eigen bevoegdheden van de Unie gering in aantal moeten blijven en, zoals thans het geval is, betrekking moeten hebben op het douanebeleid, de externe economische betrekkingen, de rechtsgrondslagen van de interne markt, met inbegrip van de “vier vrijheden” en de financiële diensten, het mededingingsbeleid, het structuur- en cohesiebeleid, de associatieovereenkomsten en - voor de eurozone - het monetair beleid;
19. ist der Auffassung, dass die eigenen Zuständigkeiten der Union begrenzt bleiben müssen; sie müssen, so wie dies heute der Fall ist, die Zollpolitik, die Außenwirtschaftsbeziehungen, die Rechtsgrundlagen des Binnenmarkts, einschließlich der „vier Freiheiten“ und der Finanzdienstleistungen, die Wettbewerbspolitik, die Struktur- und Kohäsionspolitik, die Assoziierungsverträge sowie für die Eurozone die Währungspolitik betreffen;