2. De lidstaten zorgen ervoor dat er een passende monitoring plaatsvindt van de concentraties van de in de delen A en B van bijlage I vermelde stoffen in biota, recente sedimenten of gesuspendeerde vaste stoffen, indien deze stoffen een aanzienlijk accumulatiepotentieel vertonen in deze milieucompartimenten en indien de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater als vermeld in de delen A en B van bijlage I de organismen onvoldoende beschermen tegen secundaire vergiftiging of bentische organismen.
(2) Die Mitgliedstaaten überwachen die Konzentrationen der in Anhang I Teile A und B aufgeführten Stoffe gegebenenfalls in Biota, neueren Sedimenten oder Schwebstoffen, wenn diese Stoffe ein erhebliches Akkumulationspotenzial in diesen Kompartimenten aufweisen und wenn die Umweltqualitätsnormen für Gewässer, wie in Anhang I Teile A und B festgelegt, Organismen nicht hinreichend vor einer Sekundärvergiftung oder benthischen Organismen schützen.