Dient artikel 15 van de Derde richtlijn (78/855/EEG) van de Raad van 9 oktober 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g, van het Verdrag betreffende fusies van naamloze vennootschappen aldus te worden uitgelegd, dat de emittent jegens de houder van effecten waaraan bijzondere rechten verbonden zijn maar die geen aandelen zijn, met name bij achtergestelde obligaties bevoegd is om in geval van een grensoverschrijdende fusie de rechtsverhouding te beëindigen en de rechthebbenden uit te sluiten?
Ist Artikel 15 der Dritten Richtlinie 78/855/EWG des Rates vom 9. Oktober 1978 gemäß Artikel 54 Absatz 3 Buchstabe g) des Vertrags betreffend die Verschmelzung von Aktiengesellschaften in der Weise auszulegen, dass der Emittent gegenüber dem Inhaber anderer Wertpapiere, die mit Sonderrechten verbunden sind, jedoch keine Aktien darstellen, insbesondere bei Nachranganleihen, im Falle einer grenzüberschreitenden Verschmelzung berechtigt ist, das Rechtsverhältnis zu beenden und die Berechtigten abzuschichten?