In het geval van burgers van de Unie die profiteren van de ve
rhoogde bescherming tegen verwijdering uit hoofde van artikel 28, lid 3, van Richtlijn 2004/38/EG, moet een maatregel van bewaring met het oog op hun uitzetting berusten op dwingende redenen van openbare veiligheid. Bovendien moet er rekening worden gehouden met de mater
iële en procedurele garanties die in deze richtlijn zijn neergelegd, met name de garanties op grond van artikel 33 betreffende verwijdering bij wijze van straf, of v
an bijkomende straf ...[+++]naast een vrijheidsstraf.