3. benadrukt dat het aandachtsgebied van een herziene aanpak ter ondersteuning van democratische ontwikkeling niet alleen beperkt moet worden tot de landen waarmee de EU speciale betrekkingen onderhoudt via het Europees nabuurschapsbeleid; is van mening dat het EFD een gedifferentieerde aanpak moet volgen die terdege rekening houdt met de mate van democratische ontwikkeling van de begunstigde landen;
3. hebt hervor, dass ein reformierter Ansatz zur Unterstützung von Demokratie nicht nur auf Länder beschränkt sein sollte, mit denen die EU privilegierte Beziehungen durch die Europäische Nachbarschaftspolitik unterhält; vertritt die Auffassung, dass der EFD einen differenzierten Ansatz annehmen sollte, der dem Grad der demokratischen Entwicklung der Empfängerländer gebührend Rechnung trägt;